Fysieke activiteit in de middelste groep: oefeningen, inventaris, uitrusting

2024 Auteur: Priscilla Miln | [email protected]. Laatst gewijzigd: 2024-02-18 07:21

Lichamelijke opvoeding voor kinderen is uiterst belangrijk. Ze hebben niet alleen een onderhoudend doel, maar leren ook de wereld te verkennen, de nodige belasting van de spieren te geven en ziekten te voorkomen. Elke les lichamelijke opvoeding in de middelste groep en andere moet worden gebouwd volgens de federale staatsonderwijsnorm.

Wat is GEF?

FSES is de federale norm voor voorschoolse educatie. De taak van de norm is om alle voorwaarden te scheppen voor de vorming van succesvolle persoonlijkheden. Zodat het kind na het verlaten van de kleuterschool eigenschappen heeft als onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, het vermogen om alles tot een goed einde te brengen, aandacht en vastberadenheid.

Lichamelijke opvoedingsklassen in de middengroep volgens de federale staatsonderwijsnorm zouden een informatieve lading moeten hebben. Of het nu gaat om kinderen kennis laten maken met de wereld om hen heen, sprookjes of zelfs het belang van lichaamsbeweging in hun leven.

Fysieke activiteit "Bosbewoners"

Voorschoolse lichamelijke opvoeding heeft veel meer mogelijkheden dan school. Het draagt niet alleen bij aan de ontwikkeling van sportkind. Het hangt allemaal af van de professionaliteit van de leraar. Allereerst moet je kinderen leren bewegingen van verschillende complexiteit uit te voeren. Secundaire taken kunnen de ontwikkeling van spraak omvatten, de studie van bosdieren, huisdieren, enz.

Bovendien moeten lessen lichamelijke opvoeding in de middengroep volgens de federale staatsonderwijsstandaard erop gericht zijn om bij kinderen de kwaliteiten te ontwikkelen die nodig zijn voor een succesvol persoon. De wens om te winnen, het vermogen om wilskracht te tonen, initiatief, het vermogen om in een team te werken, enz.

Het thema van bosbewoners voor de les zal zeer relevant zijn in de middelste groep. Kinderen maken kennis met de "boswereld", leren nieuwe interessante feiten over dieren. Deze spannende activiteit maakt het gemakkelijk om nieuwe oefeningen te leren en de oefeningen die je al kent te versterken.

Doelstellingen van de les "Bosbewoners"

Om een les met succes te geven, moet je je zorgvuldig voorbereiden. Definieer taken en doelen, zorg voor de benodigde inventaris, pas duidelijk in de toegewezen tijd. En dus zijn de taken van deze les als volgt:

1. De kennis van kinderen over bosdieren versterken en aanvullen.
2. Leer evenwichtig op banken lopen.
3. Leer korte afstanden springen, van hoepel tot hoepel.
4. Wek de interesse van kinderen in actieve games.

Stel jezelf niet te veel doelen. Kinderen leren voortdurend iets nieuws en zullen veel meer nuttige informatie uit de les halen. Het is noodzakelijk om de hoofddoelen te benadrukken en er speciale aandacht aan te besteden.

Inventaris voor de les "Bosbewoners"

Naast wat is inbegrepen in de gebruikelijke uitrusting van de kleuterschool, heb je soms extra elementen nodig - lay-outs, posters. Ze kunnen van tevoren met de kinderen worden gemaakt.

Voor de les heb je nodig:

- hoepels;

- lange banken;

- kegels of bloemen van dik karton;

- kartonnen cirkels in drie kleuren;

- emmers of manden;

- touw en wasknijpers.

Kartonnen cirkels en bloemen moeten van tevoren worden voorbereid, neem een touw met wasknijpers mee. En al het andere is meestal inbegrepen in de standaarduitrusting voor de kleuterschool.

Lesplan

1. Vertel een interessant verhaal over het bos, laat kinderen kennismaken met de gewoonten van sommige dieren.
2. Nodig de kinderen uit om te vertellen wat ze weten over dieren. Er moeten leidende vragen worden gesteld om het voor kinderen gemakkelijker te maken om te navigeren: "Kinderen, weten jullie waar de beer leeft?" enz.

Het wordt aanbevolen dat een actieve les lichamelijke opvoeding in de middelste groep 40-50 minuten duurt. Daarom plannen we de oefeningen in de tijd.

1. Opwarming bestaat uit springen en beenheffen (5 min.). De beren stampen door het bos (heffen hun voeten op en stampen), de konijntjes springen (springen).
2. Oefening "De ochtend begint" (7 min.). Strekken, strekken op je tenen. Kantelt met uitgestrekte armen (de zon komt op).
3. Oefening "De beer kwam uit het hol." Houd de ring vast, de kinderen klimmen er doorheen en strekken zich uit (3 min.).
4. Oefening "Bloemen op het gazon". strooi kartonbloemen rond de kamer, instrueer de "konijntjes" om ze te verzamelen. Kinderen springen en brengen bloemen (3 min.).
5. Oefening "Over de brug". Kinderen klimmen om de beurt op de bank en lopen er langs. Geef een hand als de baby het niet aankan (5 min.).
6. Oefening "Slang". Leg de kegels in een rij, 1 meter uit elkaar. Kinderen moeten tussen hen in rennen, elkaar bij de taille vasthoudend als een slang (5 min.).
7. Oefening "Noten verzamelen". Kleur de kartonnen cirkels in verschillende kleuren, bevestig met wasknijpers aan een touw. Kinderen moeten de wasknijper losmaken en alle noten in verschillende manden doen (4 min.).
8. Chernet en Hen spel. Een vos kan een kind zijn dat is gekozen door een telrijm, of een leider. De kippen (de rest van de kinderen) lopen door de kamer, plotseling rent er een vos uit en vangt iedereen die geen tijd had om in de hoepel te springen. Een gevangen baby wordt een vos en een vos wordt een kip (10 min.).

Deze activiteiten voor kinderen zullen erg spannend zijn en ze zullen het leuk vinden om ze op zo'n speelse manier te doen.

Samenvatting van de les

Je moet de kinderen eerst over het bos vertellen.

Het bos slaapt nooit. Beren, eekhoorns, konijntjes, wolven worden samen met de zon wakker. Welke andere bosdieren ken je? Ze verzamelen de hele dag door voedsel. Beren eten frambozen, eekhoorns eten noten en kegels, wolven jagen op konijnen. Wat eten konijntjes graag? In het bos leven ook kippen. Ze worden auerhoen, hazelaarhoen genoemd. Ze bouwen hun huizen in kleine gaten. En wie bouwt er nog meer zijn eigen huis? De eekhoorn bouwt een huis van dunne twijgen. Van hen maakt ze een cirkel met twee deuren. Waarom heeft een eekhoorn zo'n grote staart? Met zijn hulp is het gemakkelijker voor haar om op de takken te springen, en in de winter verbergt ze zich met hem, als een deken. Hoe jaagt een vos? Ze hoort muizen en slaat met haar poten op de grond. De muizen worden bang en rennen de huizen uit. Hier vangt de vos ze. Welke interessante dingen weet jij over het bos?

Doe dan de oefeningen zelf. Lichamelijke opvoeding in de middengroep wordt erg leuk als je alles begeleidt met een verhaal. Bijvoorbeeld, de zon is opgekomen (iedereen strekt zich uit), konijntjes springen over het gazon (springen), beren stampen boos, willen meer slapen (stampen, benen opheffen).

Einde les

Als de oefeningen van de kinderen klaar zijn, moet er een korte samenvatting worden gemaakt. Vraag de kinderen wat ze het leukst vonden aan het bos. Welke dieren springen het meest en welke het zwaarst. Stel een paar vragen over het bos uit het openingsverhaal.

We kunnen samen apparatuur verzamelen en vragen waar de kinderen heen willen.

Kinderen beïnvloeden tijdens de les

Sommige dingen werken misschien nog niet voor jonge kinderen. Iemand weet niet hoe hij op een bank moet lopen, iemand kan wasknijpers niet losmaken. U hoeft niet aan te dringen op het voltooien van de taak of het kind ervoor uit te schelden. Lichamelijke opvoeding in de middelste groep zou je iets nieuws moeten leren, en niet de wens ontmoedigen om je hand te proberen.

Als iets niet lukt voor het kind, is het de taak van de opvoeder om hem op te vrolijken en hem zachtjes te duwen om het te doen. Neem bijvoorbeeld het handje van de baby en laat zien hoe de wasknijpers worden losgemaakt. Bied dan aanhem om het zelf te proberen.

Zulke lichamelijke opvoeding in de middengroep zou permanent moeten zijn.